Veelgestelde vragen
Antwoorden op prangende kwesties
Accreditatie
-
De buitenlandse nascholing wordt door de VVGN op de nascholingsagenda geplaatst om je te attenderen op interessante (verslavingsgeneeskundige) symposia in het buitenland. Dit zegt niets over het feit of het na afloop accreditatie-uren op zal leveren ten behoeve van de herregistratie!
In het algemeen vragen buitenlandse organisatoren geen accreditatie aan bij de VVGN, dus de scholing wordt niet vooraf beoordeeld.
Voor scholingen gevolgd in het buitenland gelden bijzondere voorwaarden.
Zie hiervoor tevens de website van de VVGN:
https://www.vvgn.nl/nascholing/voorwaarden-vvgn-accreditatie/
Klik op algemene accreditatievoorwaarden VVGN en ga naar alinea 15.
Omdat de accreditatie-commissie van de VVGN niet zelf vooraf de scholing kan beoordelen (en dat houdt meer in dan alleen beoordelen van de inhoud) is de voorwaarde dat de scholing in het desbetreffende land al is geaccrediteerd door een accreditatiecommissie van een medische beroepsvereniging óf door een zusterorganisatie.
Het loont dus om, voordat je je aanmeldt in de verwachting ook uren te kunnen registreren, eerst na te gaan op de website of bij de organisatie van deze scholing of er accreditatie is aangevraagd en/of toegewezen.
De VVGN neemt zonder meer de uren over van scholing die is geaccrediteerd door een zusterorganisatie (met een maximum van 6 uur per dag en 24 uur per congres). Is er accreditatie verleend door een andere medische beroepsgroep, dan zal de commissie van VVGN de scholing nog beoordelen op inhoud en relevantie voor de verslavingsarts
-
Dat hangt ervan af of de presentatie die je gaat geven op een geaccrediteerde nascholing is. De voorwaarden zijn terug te vinden in GAIA onder het kopje: “toevoegen activiteit” en dan verder bij “overige individuele deskundigheidsbevordering”:
De voordracht moet gehouden zijn tijdens een bijeenkomst geaccrediteerd door wetenschappelijke vereniging van een specialisme met registratie bij RGS.
De voordracht is een presentatie tijdens een symposium of congres met een substantiële inhoudelijke voorbereiding. Een posterpresentatie valt hier bijvoorbeeld wel onder maar een paneldiscussie niet. Meerdere voordrachten tijdens een bijeenkomst worden geaccrediteerd met 3 punten totaal.
Eenzelfde of inhoudelijk vergelijkbare voordracht kan maar één keer punten opleveren.
Is een deelnemer tijdens een bijeenkomst spreker en deelnemer dan tellen de punten als spreker en deelnemer naast elkaar. -
Nee, dat is aan een aantal voorwaarden verbonden.
Is de nascholing geaccrediteerd door een zusterorganisatie (dus verslavingsgeneeskundig) dan worden de uren wel automatisch overgenomen.
Is de scholing niet in het buitenland geaccrediteerd door een medische beroepsvereniging (maar bijvoorbeeld wel voor psychologen) dan kan de aanvraag niet in behandeling genomen worden.
Is de scholing geaccrediteerd door een andere medische beroepsvereniging dan wordt na het indienen van de aanvraag via GAIA de scholing door de accreditatiecommissie inhoudelijk beoordeeld op relevantie voor de verslavingsarts.
-
De VVGN weet daar ook niet altijd automatisch het antwoord op. Kijk zelf eerst goed op de website van het symposium. Vaak wordt het wel vermeld. Verder kun je zelf de organisatie benaderen en navraag doen hierover.
-
Helaas kan deze nascholing niet geaccrediteerd worden. Voor e-learning telt dat alle accreditatieaanvragen via GAIA dienen te worden ingediend bij een centraal loket: Accreditatie Bureau Format E-learning (ABFE). De aanvraag moet dus door de aanbieder van de scholing zijn ingediend. Een buitenlandse aanbieder zal dat hoogstwaarschijnlijk niet gedaan hebben
Dit is een algemene regel die door de KNMG is vastgesteld. Zie tevens de website van de KNMG: http://www.knmg.nl/Opleiding-en-herregistratie/ABC1/Aanbieders/ABFE.htm
-
Een nascholing kan pas geaccrediteerd worden door de VVGN als de organisatie daarvoor een aanvraag heeft gedaan via GAIA. Hieraan zijn een aantal voorwaarden verbonden bijvoorbeeld wat betreft aanvraagtermijn, betaling en kwaliteit van inhoud en sprekers. Zie hiervoor de VVGN-website
Mocht je tegen een interessante nascholing aanlopen en er is door de organisatie geen accreditatie aangevraagd dan is het te adviseren de organisatie erop te wijzen dat ze een aanvraag bij de VVGN kunnen indienen.
-
Indien een nascholing geaccrediteerd is door een ander medisch specialisme dan worden de accreditatie-uren ingevoerd in GAIA en komen automatisch onder het kopje: nascholing buiten eigen vakgebied. Het is van belang dat de organisatie van de nascholing jouw BIG-nummer heeft. Buiten het eigen vakgebied mogen maximaal 50 uren worden meegenomen voor herregistratie.
-
Indien een nascholing geaccrediteerd is door de VVGN dan worden de accreditatie-uren ingevoerd in GAIA en komen automatisch onder het kopje: nascholing op eigen vakgebied. Het is van belang dat de organisatie van de nascholing jouw BIG-nummer heeft.
Herregistratie
-
De RGS (niet de VVGN dus) beoordeelt na 5 jaar of iemand voldoet aan de eisen voor herregistratie.
Ga voor procedure, tarieven en FAQ naar de website van de KNMG: https://www.knmg.nl/opleiding-herregistratie-carriere/herregistratie/wat-is-het.htm
Hier vind je o.a. de volgende informatie:
Als een geneeskundig specialist/profielarts niet voldoet aan de minimumeis van 200 uur deskundigheidsbevordering, dan kan de registratie éénmalig voor een beperkte duur worden hernieuwd. Hierbij geldt:
- 0-25% te weinig deskundigheidsbevordering: herregistratie voor maximaal 2,5 jaar
- 25-50% te weinig deskundigheidsbevordering: herregistratie voor maximaal 1 jaar
- 50% of meer te weinig deskundigheidsbevordering: geen herregistratie
Regiebehandelaar
-
Waar er nu een zekere willekeur bestaat rondom de verslavingsarts KNMg als hoofdbehandelaar, zal dit per 2017 meer geüniformeerd zijn blijkens het ‘model kwaliteitsstatuut GGZ’.Zowel binnen de basis als de gespecialiseerde GGZ kan de verslavingsarts KNMG als regiebehandelaar optreden als er sprake is van een ‘verslavingsdiagnose’. Dit kan ook wanneer er sprake is van psychiatrische co- morbiditeit. De verslavingsarts KNMG kan in dat geval altijd een beroep doen op andere disciplines binnen de GGZ. De regiebehandelaar hoeft namelijk niet alles zelf te kunnen, maar voert op casusniveau wel de regie over de vaak multidisciplinaire behandeling. Uitzondering is als er sprake is van “comorbiditeit, met ernstige, complexe, psychiatrische stoornissen”. Te denken valt dan aan bijvoorbeeld een manifeste manie in het kader van een bipolaire stoornis of een acute psychose in het kader van schizofrenie. Daar zal de verslavingsarts KNMG ten alle tijde de expertise van de psychiater willen eerbiedigen!Van belang is dat de instellingen een goede vertaalslag van dit modelstatuut voor de eigen situatie gaan maken, die recht doet aan de specifieke expertise van de verslavingsarts KNMG